Je leest er weleens over, het fenomeen cultuurshock. Maar als je het niet hebt meegemaakt heb je geen idee wat het betekent. Ik denk dat het me overkwam in Karachi. ’s Nachts arriverend nam ik, samen met een Britse medereiziger die in hetzelfde schuitje zat, een taxi naar een guesthouse in de stad. In het donker ontwaarde ik al een wapenwinkel vlakbij de guesthouse. Het maakte een onheilspellende indruk.
De volgende ochtend verkenden we de stad, die op het gebied van veiligheid geen grote reputatie bezat. Mijn eerste ervaring in een Derdewereldland, en dan ook nog eens in een miljoenenstad. De kennismaking was overweldigend, maar niet aangenaam. De veelvoud aan indrukken, visueel (kleurig), geluiden (herrie), geuren (stank) en drukte (mensenmassa’s), het maakte dat ik zo snel mogelijk weer terug naar de guesthouse wilde! Dit was teveel om in één keer te verwerken. In de dagen daarna wende ik aan deze grote en extravagante stad.
Er was nog een ‘probleem’. Een bezoek aan Pakistan was niet gepland en ik wist vrijwel niets van het land. Dat had zijn charmes, maar hoe nu verder? Gesprekken met medereizigers maakten me nieuwsgierig naar een alternatieve route, namelijk de befaamde (in reizigerskringen) Karakoram Highway naar China. Dat is een spectaculaire route vanuit Noord-Pakistan dwars door de Himalaya naar de stad Kashgar in het uiterste westen van China. En eerlijk gezegd trok China me minstens zoveel als India… Daarbij kwam dat in praktische zin de grensovergang tussen aartsvijanden Pakistan en India geen eenvoudige was – een oversteek kon dagen duren. Kortom, de route werd omgegooid, een visum voor China werd later in de hoofdstad Islamabad aangeschaft en India zou ik pas twee jaar later, tijdens een nieuwe reis, aandoen.
Het vertrek per trein vanuit Karachi naar de stad Lahore, zonder mijn reisgenoot, was een indicatie van mijn onwetendheid over het land. Voor ‘mijn gevoel’ kon een dergelijke treinreis in een niet bijster groot land niet langer duren dan een uurtje of 5. Het bleek 24 uur te duren, treinen gaat daar niet zo snel als hier…
Lahore is minder chaotisch en heeft meer traditionele cultuur te bieden dan Karachi. Verder reizend, na bezoeken aan het oude Rawalpindi en haar moderne zusterstad (en hoofdstad) Islamabad ging ik kennis maken met de werkelijke schoonheid van het land; het hooggebergte en haar bewoners. Vertrekkende vanuit Islamabad per bus en later overstappend in een 4WD jeep bereikte ik over spectaculaire bergweggetjes de Astore vallei en verbleef er in een klein guesthouse in een nog kleiner dorpje. Het bed zat onder de vlooien. Wandelend ontdekte ik de prachtige vallei, waar naar verluid ook premier Benazir Bhutto een vakantiehuisje bezat. Op de achtergrond rezen de besneeuwde pieken van de 8.126 meter hoge berg Nanga Parbat. En heel opmerkelijk, hier woonden veel (prachtige) mensen met blonde haren en blauwe ogen! Het is het Kalash volk, en hoewel gezegd wordt dat het nazaten van Alexander de Grote betreft is hun etnische achtergrond onbekend.
In de Astore vallei, tijdens de wandelingen in het hooggebergte boven 3.000 meter, krijg je dorst en zul je goed moeten drinken. Ik besloot dat de kleine en helder ogende waterstroompjes daarvoor een prima uitkomst boden en dronk er gretig van. Een grote fout. Enkele weken later begon de ellende die de parasiet Giardia lamblia, veroorzaker van de darminfectie Giardiasis, in het komende jaar verschillende keren bij me zou veroorzaken. (Overigens kan ik het ook hebben opgelopen tijdens het eten in het dorpje, hygiëne stond er niet hoog in het vaandel). Giardiasis zorgde bij mij voor langdurige diarree, gasvorming (sorrie reisgenoten), misselijkheid, buikkrampen en typische ontlasting. Daarnaast verloor ik tijdens de volgende maanden in China veel gewicht. De klachten ontstonden bij het eten van scherp voedsel, en tevens bij een nieuw dieet, in meestal een nieuw land. En dat gebeurt een wereldreiziger wel eens. In China heb ik medicijnen gekregen – kleine gele pilletjes – maar gezien het feit dat er tussen de alleen Chinees sprekende arts en mijzelf geen enkele wezenlijke communicatie mogelijk was had ik niet het idee dat dit enige zin had. Waarschijnlijk waren het aspirientjes of pijnstillers, i.i.g. veroorzaakten ze gelukkig geen extra last.
Pas een half jaar later in Australië, waar de klachten weer terugkeerden, volgde effectieve behandeling, welke een half jaar daarna in Nederland werd herhaald. Pas toen had ik het gevoel er genezen van te zijn. Giardiasis is een veelvoorkomende kwaal onder reizigers en verzwakt je tijdens bepaalde periodes behoorlijk.
Na de Astore vallei ging de reis verder via Gilgit, de hoofdstad van de Northern Territories tot aan het plaatsje Sust, de laatste nederzetting aan Pakistaanse kant van de grens voor China. Vanuit hier vervolg je over de Khunjarab Pas, die een maximale hoogte kent van 4.693 meter. Dit soort terrein, deze hoogtes en landschappen waren totaal nieuw voor me. Maar fantastisch mooi en interessant!
In Sust ontmoette ik de Nederlandse reiziger Frank Reemer, student Japankunde in Leiden en een maffe en leuke reisgenoot. Gezamenlijk vertrokken we op 26 september per minibusje richting China.