Reis 1990-1991 (8) Mazzel in Moskou

En zo vertrok ik op 27 mei 1991 met 80 USD op zak met de Trans Siberië Express vanuit Beijing naar Moskou. Een reis van zes dagen waarbij het niet mogelijk was om onderweg uit te stappen. Mijn trein reed via Mantsjoerije, het noordoostelijke deel van China. Er was ook de Trans Mongolië Express, die Moskou in vijf dagen bereikte door dit verre deel van China over te slaan.

Het moet meteen maar gezegd, de treinreis van zes dagen was vrij monotoon. Je verblijft in een treincoupé, ziet buiten voornamelijk berkenbossen, en kunt niet uitstappen. D.w.z. behalve op de stationnetjes in de steden onderweg, voor enige minuten. Maar om voor het eerst het enorme Sovjetrijk te betreden was zeker opwindend, omdat ik er altijd in geïnteresseerd ben geweest. Een rijk dat spoedig ook uiteen zou vallen want de Sovjet-Unie hield op te bestaan op 25 december 1991.
In de trein probeerden de wagonbegeleiders een centje bij te verdienen door erotische houtsnijwerkjes te maken en aan te bieden aan de buitenlanders. Het is me ook bijgebleven dat het Oeral gebergte ‘weinig voorstelde’, d.w.z. verwachte geen besneeuwde pieken en spectaculaire berglandschappen.

Siberische tulpenverkoopster



Onderweg vermaakte ik me met twee Engelse reisgezellen. ‘Gelukkig’ hadden ze de buitenlanders bij elkaar gezet in de coupés. Toen we eens een potje schaak speelden betrad een reusachtige Rus onze coupé en maakte duidelijk dat hij wel mee wilde doen. Dat was prima. Echter hij wilde tevens aanspraak maken op onze (schaarse) flesjes bier. Hij maakt duidelijk dat een harde eis van zijn kant was om mee te doen. Daar stemden we niet mee toe. Dat beviel hem niet, hij kwam naar voren, gooide het bord met de stukken om en ging er vandoor!
In een aangrenzende coupé maakte in kennis met een vriendelijke, wat oudere Russische dame die uitstekend Engels sprak, Rimma Amirovna. Dat was een welkome reisgenote en de gesprekken leerden me veel over het leven in de Sovjet-Unie. De ontmoeting met Rimma zou later van groot belang blijken.

Aangekomen in Moskou zes dagen later later, boden studenten reeds op het station kamers aan voor USD 5 per nacht, een niet te versmaden aanbod. In de woning was het al mogelijk om Eurosport te kijken via de satelliet, de Perestroika deed haar intrede!
Ik had nog wel roebels nodig en was niet van plan om die officieel te wisselen, namelijk in de verhouding van 1 USD voor 1 roebel. Terwijl op de zwarte markt 1 USD niet minder dan 26 Roebel opleverde! Maar waar wissel je je schaarse dollars om? Een veilige manier leek me om in te gaan op het aanbod van een Afrikaanse student, in de metro en nota bene ongeveer ter hoogte van het KGB-gebouw. Lichtelijk gespannen kocht ik de roebels en was plotseling ‘rijk’. Want het leven in Moskou was spotgoedkoop en met mijn USD 80 kon ik het makkelijk vijf dagen uitzingen. Een uitspatting was om te lunchen in de pas geopende Pizzahut. Een wachtrij van een uur maar daarna wel een volledig menu voor 35 roebel en dezelfde smaak als in Nederland, dat was lang geleden!

Acrobatiek op het Rode Plein in Moskou

In Moskou bezocht ik het Kremlin, woonde een voorstelling bij in het befaamde Bolshoi theater en dook in de schaakwereld. Een bezoek aan de (voor schakers) legendarische Centrale Schaakclub van Moskou aan de Gogolevsky Boulevard bracht me toevallig in contact met de Nederlandse slavist en schaakfotograaf Joris van Velzen. Samen bezochten we een gesloten grootmeestertoernooi waaraan behalve toekomstige wereldtopper Alexey Shirov ook mijn eerste tegenstander in Kecskemet, bijna een jaar geleden aan meedeed. Namelijk de Roemeense meester Bela Badea, nu zonder baard, en ik met eentje. Op een ander toernooi voor veteranen zag ik oud-wereldkampioen Smyslov in actie alsmede het voormalige Amerikaanse wonderkind Reshevsky, in wat later bleek zijn laatste toernooi te zijn geweest.

Echter, er was nog wel een ‘zaak’ op te lossen. Immers mijn treinticket was geëindigd in Moskou, hoe nu verder naar huis? Ik moest nog een ticket van Moskou naar Nederland kopen en dat was een spannende affaire. Reeds in Beijing had ik gehoord dat je de ticket – als buitenlander – moest betalen in dollars of in roebels. D.w.z. het bedrag van 250 in beide valuta want officieel waren zij gelijk. Maar 250 dollar of 250 roebel maakte nogal een verschil wanneer je die roebels had gekocht voor 26 r0ebel per dollar. Dan zou de ticket opeens geen 250 dollar meer kosten maar minder dan 10 dollar! Het probleem was, niemand kon garanderen dat je als buitenlander ook werkelijk in roebels mocht betalen net als de lokalen. Het was een periode in de USSR dat alles veranderde en veel ‘vloeibaar’ was…
Enigszins gespannen maar ook vertrouwende op mijn geluk toog ik naar het Intoerist kantoortje. Nadat ik aan de beurt was en de roebels overlegde was het antwoord ‘njet’, er werden dollars verwacht. Ik legde het uit maar de beambte was niet te overtuigen; buitenlanders moesten hun tickets in harde valuta, in dollars betalen! Maar zo snel gaf ik niet op en sloot aan bij een andere rij voor een ander loket, en een ander beambte. Helaas, ook zij was niet te vermurwen, het bleven dollars. Wat nu? Ik sprak geen Russisch en had weinig zin in om liftend naar huis te reizen, wat nu onvermijdelijk leek.

Op dat moment zag ik een bekend gezicht, en wel de enige Russin die ik kende, en ook nog Engelssprekend. Daar stond Rimma Amirovna, die ik in de trein had ontmoet! Ik legde haar mijn zaak uit en zij had een idee. Want, een tijdje geleden had ze een trui gebreid voor één van de dames achter de loketten en daar had nog geen wederdienst tegenover gestaan. Ze benaderde de beambte, was even met haar bezig en kwam terug met goed nieuws. Ik mocht in roebels betalen en was gered! Moskou-Amsterdam voor minder van 10 dollar, het was gewoon mogelijk toen.
‘Zondagskind’ noemt mijn familie me wel eens, op deze dag was dat zeker het geval – wat een geluk.

Aftocht van het Rode Leger vanuit Europa – geschiedenis!

Na vijf dagen Moskou vertrok ik op 6 juni naar Berlijn om Susanne te bezoeken, de Oost-Duitse uit Potsdam die ik twee jaar daarvoor in Praag had ontmoet. De treincoupé deelde ik met een armoedig ogende jonge familie van accordeonisten – vader, moeder en kind – uit het Wolgagebied. Zij spraken drie woorden Duits maar waren volgens hun Sovjet-paspoorten etnische Duitsers. En mochten daarom emigreren naar Duitsland, wat ze nu aan het doen waren. Duitsland heeft in de jaren negentig enkele miljoenen Sovjetburgers opgenomen die officieel Duits waren. Op het treinstation van Berlijn, waar ze volledig ontheemd leken, kon ik hen enigszins de goede richting op helpen, op weg naar reeds geëmigreerde familieleden.

Met Babette en Susanne in Potsdam

Na enkele dagen Potsdam volgde halverwege juni het slotstuk, de treinreis naar Nederland. Ik had nog 25 dollar op zak en dat was voldoende voor een treinkaartje Amsterdam-Hoogkarspel. Het allerlaatste stukje, van Hoogkarspel naar Venhuizen, werd stijlvol liftend afgelegd. Onaangekondigd kwam ik op zondag 9 juni 1990 weer aan bij het ouderlijk huis. De reis 1990-1991 was anders verlopen dan gepland, maar voltooid.
Eén ding wist ik al; dit was niet mijn laatste reis geweest…

Terug in Venhuizen met een trouwe fan, opa van Stralen!